In deze rubriek staat iedere vier weken een recent verschenen boek of verhalenbundel centraal die je als liefhebber simpelweg niet mag missen. In deze vierde editie staat de bundel ‘Verhalen Vertellers’ centraal.
Gevarieerd verrassingsmenu
Een verhalenbundel is als een verrassingsmenu. Met een beetje geluk kun je aangeven wat je lekker vindt (of juist niet) en is het aan de kok om met iets bijzonders op de proppen te komen. Het belangrijkste zijn natuurlijk de ingrediënten, maar daarnaast spelen er tal van andere factoren een rol: de juiste bereiding, de volgorde van opdienen, de entourage, de prijs-kwaliteitverhouding… En dat geldt ook voor een verhalenbundel, waarbij de samensteller de rol van chef-kok én die van gastheer vervult. Schuif gerust aan, deze maand staat de verhalenbundel ‘Verhalen Vertellers’ (Uitgeverij Macc) op het fantastische menu.
De bundel gaat in vliegende vaart van start met ‘Achilles’ keus’ van Tais Teng, een ziltpunkverhaal (zie hier voor meer informatie) over een terrorist die in 2063 Rotterdam dreigt op te blazen. Teng schrijft zoals we van hem gewend zijn: beeldend en vol bravoure en tempo, terwijl hij kleine, al dan niet subtiele grapjes op de lezer afvuurt. Jaap Boekestein beschrijft in het daaropvolgende verhaal ‘Acht miljoen acht minuten kusjes’ de ontluikende langeafstandsrelatie tussen schrijfster Jess en ‘haar vriendin tussen de sterren’ Izzy, die werkt in de asteroïdengordel tussen Mars en Jupiter. Bewonderenswaardig hoe Boekestein er slechts 11 pagina’s voor nodig heeft om volledig te overtuigen én te ontroeren.
Bewonderenswaardig hoe Jaap Boekestein er slechts 11 pagina’s voor nodig heeft om volledig te overtuigen én te ontroeren.
Theo Barkel laat in ‘Wedergeboorte’, waarvoor hij zich liet inspireren door de door Tais Teng gemaakte cover, zien dat hij niet alleen overweg kan met humoristische fantasy, maar ook met SF. In zijn verhaal neemt de vondst van een fossiel op Mars een onverwachte wending als een wetenschapper besluit om het eens onorthodox aan te pakken. Vermakelijk, maar geen hoogvlieger. En dat geldt ook voor de Vlaamse Karel Smolders. Diens ‘Het eerste slachtoffer’, over de oorlog tussen aardbewoners en de Arachniden, leest makkelijk weg, maar voor de uiteindelijke ontknoping wint hij geen originaliteitprijs. Veelschrijver Johan Klein Haneveld levert met ‘Symbiose’ een lekker voortdenderend SF-verhaal met een biologisch thema af, waarin een wetenschapper de strijd aangaat met nogal agressieve vegetatie op een buitenaarde planeet.
So far so good. De gerechten vallen vooralsnog prima in de smaak. Exact halverwege de bundel – op pagina 99 – is het tijd voor fantasy en vanaf dat moment laat de chef-kok annex gastheer steken vallen. ‘Michiel en de bever’ van Gé Ansems, waarin een aan boom vastgebonden jongen in gesprek raakt met een bever, is weinig boeiend te noemen. Ik kan me zo voorstellen dat het erg leuk was om te schrijven (de bever hanteert namelijk een gezwollen, ambtelijk taalgebruik), maar het amper vijf pagina’s tellende verhaal weet geen indruk te maken, laat staan een glimlach op te roepen. Ook de Duitse schrijfster Uschi Zietsch imponeert niet. Haar ‘De ware schat’, een verhaal uit de Woudzee Kronieken, stapelt een berg fantasyclichés op elkaar (denk aan een volle herberg, een zwijgzame drakendoder en drakenschatten) en voegt daar een flinke scheut overbodige bijvoeglijke naamwoorden aan toe. ‘De verwisseling’ van Joke Hartog draait rond een zoektocht naar door elfen ontvoerde kinderen. Aardig, hoewel ik moeite had met de uitvoerige dialogen, die vooral lijken te worden ingezet om de lezer dingen uit te leggen en de plot voort te stuwen. Het steampunkverhaal ‘Het vallende schip’ van Yvette Hazebroek speelt zich af in de wereld van haar roman ‘Bay en de Piraenauten’, vol zwevende schepen en luchtsteden. De zoektocht naar een bijzondere schatkaart wordt met veel vaart beschreven, maar het voelt vooral als een hoofdstuk uit haar eerder genoemde boek.
De laatste gang is echter een daverend slotakkoord: ‘IJs van horizon tot horizon en elke stad is een leugen’, waarvoor Roderick Leeuwenhart, Tais Teng en Jaap Boekestein de handen ineen sloegen. Hun verhaal speelt zich af in het Nederland van 2213, waar alles onder water is gelopen en mensen hun leven doorbrengen in hermetisch afgesloten torensteden. Als de Nederzee dichtvriest, grijpt de door haar echtgenoot in de steek gelaten Leilah haar kans en ontvlucht ze haar fundamentalistische thuisstad Deventer. In al-Mere zal het leven allicht beter en minder benauwend zijn… Dit is een fijn geschreven ziltpunkverhaal, met tot de verbeelding sprekende personages (inclusief een opbloeiende romance), innovatieve vondsten en heel veel eigenzinnigheid.
Met een voldaan gevoel sla je dan ook de bundel dicht. ‘Verhalen Vertellers’ biedt een gevarieerde staalkaart van de auteurs die publiceren bij uitgeverij Macc.
Met een voldaan gevoel sla je dan ook de bundel dicht. ‘Verhalen Vertellers’ biedt een gevarieerde staalkaart van de auteurs die publiceren bij uitgeverij Macc. Niet alle verhalen weten te overtuigen, maar er valt meer dan genoeg te genieten. Bovendien is een bundel met Nederlandse SF- en fantasyverhalen altijd iets om naar uit te kijken én een aardige manier om kennis te maken met auteurs van wie je normaal gesproken niet zo snel iets ter hand zal pakken. En voor wie is gegrepen door het ‘ziltpunkvirus’ is dit natuurlijk helemaal gefundenes Fressen. Geen Michelinster voor ‘Verhalen Vertellers’, maar toch zeker wel een Bib Gourmand waardig!
Verhalen Vertellers
Uitgever: Uitgeverij Macc
Verschenen op:7 december
Aantal pagina’s: 200
Prijs: 16,95 euro
Bestellen kan via de webshop van Uitgeverij Macc
—————————————————————–
Centraal in deze rubriek stonden eerder:
(1) Orkaanhoeders en Dijkenfluisteraars
(2) Lijkenkrabber
(3) Het teken in de lucht
2 reacties Voeg uw reactie toe