Excursie naar fantasyland

Laten we eens gek doen, moeten ze op de redactie van het literaire tijdschrift De Revisor hebben gedacht. Na themanummers rond het levenslied en de thriller zoekt de redactie wederom ‘de grenzen op van de literatuur’ en staat het tweede nummer van dit jaar in het teken van fantasy.

Deze genreliteratuur, zoals De Revisor het omschrijft, wordt vergeleken met ‘hoge literatuur’ en langs de literaire meetlat gelegd.

‘Literaire fantasy-auteur’ Natalie Koch zal zich over de verschillen buigen en verder zijn diverse auteurs uitgenodigd om zich door Tolkien te laten inspireren. Daarnaast is een essaywedstrijd aangekondigd rond de enigszins cryptische vraag ‘hoe verhoud jij je als lezer of schrijver tot het genre fantasy?’ (Hier meer informatie, voor wie zijn of haar gedachten op papier wil zetten.)

Natuurlijk, hartstikke leuk dat er aandacht wordt besteed aan fantasy en niets ten nadele van Natalie Koch (haar Verborgen Universiteit-trilogie is zeer de moeite waard), maar waarom wordt er zo in hokjes gedacht en nadrukkelijk gefocust op de verschillen? Ik dacht dat we dat inmiddels wel achter ons hadden gelaten.

Fantasy wordt door De Revisor gepositioneerd als een genre dat zich ophoudt in een niemandsland waar ‘serieuze’ schrijvers zich niet wagen. Voor deze ene keer wordt er echter – onder begeleiding – een excursie georganiseerd en mogen de ‘literatoren’ zich mengen met de exotische fantasybarbaren. Het zal nooit zo expliciet gezegd worden, maar tussen de regels door proef je de superioriteit: we gaan nu even leuk Tolkien nadoen, maar daarna gaan we weer échte boeken schrijven.

Fantasy wordt door De Revisor gepositioneerd als een genre dat zich ophoudt in een niemandsland waar ‘serieuze’ schrijvers zich niet wagen.

En bovendien: J.R.R. Tolkien mag dan de ‘high fantasy’-standaard hebben gezet met zijn ronduit imposante Lord of the Rings-trilogie, de boeken zijn inmiddels bijna 70 jaar geleden verschenen en het fantasygenre heeft zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot een veelkoppige draak, die allerlei vormen, kleuren en gedaanten heeft aangenomen en nog altijd evolueert.

Het desbetreffende Revisor-nummer moet nog verschijnen (en hopelijk krijg ik ongelijk), maar ik ben bang dat het vooral literair eenrichtingsverkeer zal worden: ‘serieuze’ auteurs die elfenoortjes opzetten. Terwijl er in Nederland en Vlaanderen talloze uitstekende fantasy-auteurs actief zijn die veel beter uitgerust zijn voor een dergelijke taak. En bovendien, wat als je het eens omdraait? Zouden fantasy-auteurs ooit de vraag krijgen om eens een ‘literair verhaal’ te schrijven?

Ik ben bang dat het vooral literair eenrichtingsverkeer zal worden…

3 reacties Voeg uw reactie toe

Plaats een reactie