In de rubriek Spotlight staat een ‘fantastische klassieker’ van eigen bodem centraal. In deze zevende aflevering: de Nederlandse editie van het magazine SciFNow (2008).
In januari 2008 lag er een nieuw magazine in de schappen van de tijdschriftenhandels en kiosken. Nu worden er aan de lopende band nieuwe titels gelanceerd, maar in dit geval ging het om een heuse SF-glossy: SciFiNow, de Nederlandse variant van het gelijknamige Engelse tijdschrift, dat een jaar eerder van start ging. ‘Beleef de toekomst nu! SciFi-fans hebben eindelijk hun eigen magazine!’ aldus de enthousiaste Nijmeegse uitgever F&L.

Een dapper initiatief, want eerdere pogingen om een Nederlands SF-tijdschrift van de grond te krijgen waren niet al te succesvol. Midden jaren negentig had je het door vrijwilligers gevulde magazine SF Report, dat zes keer per jaar uitkwam en het uiteindelijk vijf jaar zou volhouden. Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig konden de liefhebbers van SF en fantasy hun hart ophalen met onder meer de tijdschriften Orbit (uitgegeven door Six Dimension Times) en Science Fiction Magazine (uitgeverij Born), terwijl er voor stripliefhebbers bladen waren als Essef (RAJ-Publications), Creepy en 1984 (Semic Press).

De meeste van deze uitgaven hielden het niet heel lang vol, waardoor de liefhebber zijn of haar toevlucht moest nemen tot de eigen bladen van bijvoorbeeld de verenigingen Terra (SF Terra), NCSF (Holland SF, later HSF) en Star Trek-vereniging The Flying Dutch. De enige uitzondering is Schokkend Nieuws, dat sinds 1992 aan de weg timmert en zich heeft ontwikkeld van een zwartwit tijdschriftje op A5-formaat tot een glossy filmtijdschrift dat zes keer per jaar verschijnt.
Maar in ieder geval, de ambities van SciFiNow waren groot. Het tijdschrift was gedrukt op luxe papier, telde 100 pagina’s (de eerste editie zelfs 116 pagina’s), zou maandelijks verschijnen en bevatte uitgebreide achtergrondartikelen, recensies en interviews. De redactie (bestaande uit hoofdredacteur Jos Heijmans, Daniël Dupré en Bas Hollander) besteedde daarnaast aandacht aan gadgets, memorabilia en ‘retro-series en -films’, waardoor een potentieel groot publiek zou kunnen worden bereikt. In het eerste nummer werd uitgebreid stilgestaan bij de nieuwe seizoenen van de series Heroes, Battlestar Galactica en Dr. Who en was een interview met Paul Verhoeven opgenomen.
De ambities van SciFiNow waren groot.
Voor de Nederlandse SciFiNow-edities werd een selectie gemaakt uit het Engelstalige bronmateriaal, dat werd vertaald en waar nodig aangevuld. Artikelen die specifiek waren geschreven voor Nederland ontbraken. Alleen in het reviewgedeelte konden de Nederlandse medewerkers zich enigszins uitleven; zo schreef Jos Heijmans voor het derde nummer muziekreviews over nieuwe albums van Ayreon en Project Creation.
De pret duurde slechts drie nummers. Even abrupt als SciFiNow opeens in de winkels was te vinden, zo plotseling verdween het ook weer. En gezien de ronkende aankondiging van het vierde nummer, dat op 25 april 2008 had moeten verschijnen, was het ook voor de redactie een verrassing dat uitgever F&L de stekker er zo snel weer uittrok.



Aan het magazine zelf lag het niet. Het was flitsend en kleurrijk opgemaakt, de artikelen interessant en de prijs voor een los nummer (€3,95 voor het introductienummer, €5,95 voor de latere nummers) was alleszins redelijk te noemen. Misschien waren de verwachtingen simpelweg te hooggespannen. Het kost immers tijd om je doelgroep te bereiken en aan je te binden, zeker als je er geen noemenswaardige marketingcampagne tegenaan gooit.
Om de kosten terug te verdienen, moet je het vooral hebben van de losse verkoop en ik vermoed dat F&L had ingezet op ruim 7500 verkochte exemplaren, maar bleef steken op minder dan de helft. Dat de omzet te wensen overliet, had de goede verstaander al kunnen opmaken uit het geringe aantal advertenties: een stuk of acht per nummer, waarvan de helft bestond uit advertenties voor de eigen bladen van F&L.
Aan het magazine zelf lag het niet. Het was flitsend en kleurrijk opgemaakt, de artikelen interessant en de prijs voor een los nummer was alleszins redelijk te noemen.
Bovendien had SciFiNow nog niet de kans gekregen om een eigen smoel te ontwikkelen. Het was een kloon van zijn grote, Engelse broer, die SF-fans in de betere boekwinkels vaak óók konden aanschaffen (samen met bladen als SFX en Fangoria). Om nog maar te zwijgen over de vraag of er in Nederland eigenlijk wel genoeg SF-fans zijn om een dergelijk tijdschrift overeind te houden.
In een verklaring liet hoofdredacteur Jos Heijmans destijds weten: “Na drie nummers SciFiNow hebben we de balans opgemaakt. Hieruit is gebleken dat, ofschoon er in korte tijd een trouwe schare lezers is opgebouwd, het blad onvoldoende verkoopt om rendabel te zijn. Hierdoor heeft de uitgever besloten om verdere productie van SciFiNow te staken. Het huidige, derde nummer is dan ook tevens het laatste nummer. De redactie dankt iedereen die heeft meegewerkt en spreekt de hoop uit dat ooit …”
Een herstart van SciFiNow is er nooit gekomen. Sterker nog, de Engelse editie hield in de zomer van 2020 op te bestaan, om puur online verder te gaan.
Of er ooit nog een Nederlands genretijdschrift voor een groot, algemeen publiek zal worden gelanceerd? Met pijn in mijn hart moet ik toegeven dat die kans me nagenoeg nihil lijkt…
Één reactie Voeg uw reactie toe