10 redenen waarom het nooit wat zal worden met Nederlandse SF en fantasy

Al sinds het midden van de vorige eeuw wordt er in Nederland SF en fantasy geschreven. Na successen in de jaren 70 en 80 lijkt het fantastische genre momenteel over zijn hoogtepunt heen te zijn. Of is dit slechts schijn en is het vooral een kwestie van goed zoeken? Is het eigenlijk überhaupt mogelijk om in Nederland een bloeiende SF- en fantasytraditie te hebben? Ik ben wat sceptisch, en dat heeft te maken met de volgende tien redenen. O, en vergeet vooral (spoiler alert!) mijn laatste punt niet…

1 – Marginaal

De oplages en de totale aantallen verkochte boeken in het fantastische genres zijn klein en structureel marginaal. Vorig jaar werden er een slordige 41 miljoen boeken verkocht in Nederland, met een totale waarde van 597 miljoen euro.

In de lijst van 100 bestverkochte boeken die de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) jaarlijks samenstelt, was in 2020 geen enkel SF- en fantasyboek te vinden. En in de jaren daarvoor dook slechts sporadisch een genreauteur op in deze lijst (Stephen King, Thomas Olde Heuvelt en J.K. Rowling).

Kortom, SF-auteurs die dromen van een groot publiek en grote hoeveelheden verkochte boeken, kunnen zich beter maar op een ander genre storten. Thrillers bijvoorbeeld.

SF-auteurs die dromen van een groot publiek kunnen zich beter maar op een ander genre storten.

2 – Prijzen en erkenning

Thrillers (zie ook het vorige punt) zijn razend populair en auteurs als Saskia Noort en Esther Verhoef worden in het zonnetje gezet tijdens de Week van het Spannende Boek en de Hebban Thriller Tiendaagse. Thrillerauteurs maken kans op prestigieuze prijzen als de Gouden en Zilveren Strop, de VN-Thriller Prijs (die dit jaar overigens naar Stepen King ging) en de Hebban Thrillerprijs. En dan zal ik vast nog wel een paar prijzen zijn vergeten. Ook voor schrijvers van (jeugd)literatuur zijn er tal van prijzen en awards.

Schrijvers van fantasy en SF komen er maar bekaaid van af. De Harland Award stelt nog maar weinig voor. Auteurs mogen allang blij zijn als hun verhaal (gratis) wordt opgenomen in een bundel.

3 – Engels

Nederlanders spreken en lezen over het algemeen goed Engels en gezien de verkopen van Engelstalige SF en fantasy zijn Nederlandse liefhebbers sneller geneigd om naar de originele, Engelstalige versie te grijpen. Niet alleen omdat de vertaling vaak nog op zich laat wachten, maar ook omdat dat goedkoper is én omdat het vaak nog maar de vraag is of een meerdelige SF- of fantasyserie in het Nederlands zal blijven verschijnen of na teleurstellende verkopen wordt stopgezet.

Nederlandse SF-liefhebbers sneller geneigd om naar de originele, Engelstalige versie te grijpen.

4 – Genre-aanduidingen

SF- en fantasyfilms en -series mogen dan extreem populair zijn (denk aan Game of Thrones, The Witcher, Stranger Things en de vele superheldenfilms), oorspronkelijk Nederlandse SF- en fantasyboeken kampen nog altijd met een imagoprobleem. (Literaire) uitgevers houden hier rekening mee door bijvoorbeeld de aanduiding ‘sciencefiction’ zoveel mogelijk te vermijden en in plaats daarvan termen als ‘futuristische thriller’, ‘dystopische roman’ en ‘speculatieve fictie’ te gebruiken.

Er heerst nog altijd een zeker dedain rond het SF- en fantasygenre, om nog maar te zwijgen over een gebrek aan kennis. Het is natuurlijk leuk dat het literaire tijdschrift Revisor onlangs aandacht besteedde aan fantasy, maar het is veelzeggend dat Tolkien als ijkpunt werd gebruikt (zie ook punt 6).

5 – Versnippering

Het is een logisch voortvloeisel van de geringe populariteit (zie punt 1), maar het aanbod van Nederlandse SF en fantasy is extreem versnipperd. Grote uitgeverijen wagen zich maar zelden aan Nederlandse auteurs. Die auteurs geven (al dan niet noodgedwongen) hun boeken in eigen beheer uit of hebben onderdak gevonden bij kleine niche-uitgeverijen, waarbij ze soms ook zelf opdraaien voor de kosten.

Dit levert niet alleen romans van wisselende kwaliteit op, maar zorgt er ook voor dat auteurs het amateurniveau maar moeilijk ontstijgen – schrijven blijft iets ‘voor erbij’. En bovendien: zie maar eens op te vallen en de aandacht te trekken van potentiële lezers – als zij de desbetreffende uitgeverij überhaupt op het spoor kunnen komen. Wie Nederlandse SF- en fantasyschrijvers volgt op social media moét wel bewondering krijgen voor hun niet aflatende drift om hun boeken te promoten en te slijten.

Wie Nederlandse SF- en fantasyschrijvers volgt, moét wel bewondering krijgen voor hun niet aflatende drift om hun boeken te slijten.

6 – Traditie

Nederland kent geen baanbrekende schrijvers als Jules Verne, Mary Shelly, H.G. Wells en J.R.R. Tolkien die de fundamenten hebben gelegd van het SF- en fantasygenre. Wij kennen geen sprookjestraditie zoals in Duitsland (denk aan de gebroeders Grimm) of Frankrijk (Charles Perrault). Bij ons kreeg het fantastische genre pas in de jaren zeventig voet aan de grond, waarbij nadrukkelijk werd gekeken naar Angelsaksische schrijvers.

In Nederland wordt relatief veel fantasy geschreven, die over het algemeen niet uitblinkt in originaliteit en keurig binnen de gebaande fantasypaden blijft.

7 – Preken voor eigen parochie

Er zijn diverse kleinschalige tijdschriften actief en een handvol grote online platformen (en talloze enthousiaste boekenblogs en online boekenclubs), maar het blijft toch veelal steken in goede bedoelingen. Het gaat voor het merendeel om auteurs die elkaars boeken bespreken, uitgevers die hun eigen schrijvers interviewen of fans die voor eigen parochie preken en hun favoriete auteurs bespreken. Aangezien de Nederlandse SF- en fantasywereld niet groot is en iedereen elkaar wel zo’n beetje kent, worden (onderbouwde) kritische noten niet vaak gekraakt – het moet immers wel gezellig blijven. Structurele aandacht door landelijke media of een publiekstijdschrift is er niet.

Nergens ter wereld hebben jongeren een grotere hekel aan lezen en schrijven dan in Nederland.

8 – Ontlezing

Nergens ter wereld hebben jongeren een grotere hekel aan lezen en schrijven dan in Nederland, zo blijkt uit de recente editie van Pisa, een internationaal onderzoek dat om de drie jaar wordt uitgevoerd in 79 landen. In een gemiddelde basisschoolklas met 25 leerlingen lezen en schrijven er zes ondermaats. 25% van de vijftienjarigen is laaggeletterd. Er groeit nu een generatie op van wie een groot aantal niet voor zijn of haar plezier leest en nooit uit eigen beweging een SF- of fantasyboek zal pakken. Of überhaupt een boek. De jeugd heeft de toekomst wordt vaak gezegd, in dit geval heb ik zo mijn twijfels.

9 – Het schrijverschap

Dat er geen Nederlandse SF- en fantasyauteurs zijn die kunnen rondkomen van het schrijven zal geen verrassing zijn. Maar net zoals het vorige punt raakt dit aan een groter probleem: nagenoeg alle Nederlandse schrijvers kunnen niet leven van de opbrengst van hun boeken. Slechts 55 (!) van de vele duizenden schrijvers (fictie, non-fictie) die in ons land actief zijn, verdienen een modaal inkomen (bruto 37.000 euro) met de royalty’s op verkochte boeken. De grote bedragen worden verdeeld onder slechts 0.5% van alle schrijvers. Dat blijkt uit een onderzoeksrapport van KVB Boekwerk, een kennisplatform voor de boekensector.

Van schrijven word je dus niet rijk – hoewel er altijd uitzonderingen zijn die regel bevestigen (zie wederom Thomas Olde Heuvelt). Combineer dit met het geringe animo onder jongeren om te lezen en je zou kunnen concluderen dat het anno 2021 weinig zinvol is om een carrière als schrijver te beginnen.

Het is anno 2021 weinig zinvol om een carrière als schrijver te beginnen.

10 – Diversiteit

Nederlandse SF- en fantasy-auteurs zijn over het algemeen wit, hoogopgeleid, heteroseksueel en (veel) ouder dan 35. Terwijl vooral de Nederlandse Young Adult-auteurs aansluiting zoeken (en vinden!) bij de tijdsgeest, valt er in het fantasy- en SF-genre op het gebied van diversiteit en inclusiviteit nog een hoop te winnen in Nederland.

11 – Maar toch…

Wie tot hier is gekomen, respect. Je bent niet uit frustratie, teleurstelling of verveling gestopt met lezen of in de virtuele pen geklommen om je ongenoegen en onvrede te uiten (‘Wat dat denkt ‘ie wel niet! Wat een belachelijke lijst!’). Want hoewel bovenstaande punten wel degelijke valide zijn (toegegeven, ik ga wat kort door bocht soms), gaat het fantastische genre mij na aan het hart en zie ik het allemaal niet zo somber in als ik misschien doe voorkomen. Feit is wel dat er wel wat moet gebeuren om ervoor te zorgen dat ‘onze’ genres over pak ‘m beet 15 jaar nog levensvatbaar zijn.

Wat moet er dan precies gebeuren? In navolging van de stripwereld (die kampte met een vergrijzingsprobleem) zou je bijvoorbeeld kunnen denken aan een ambassadeur die zich sterk maakt voor het genre en bijvoorbeeld lespakketten of leeslijsten samenstelt.

Interessant is ook het initiatief Readification van de Leescoalitie, een samenwerking van verschillende organisaties om het lezen te bevorderen, en game-ontwikkelaar Ubisoft. Zij hebben de schrijvers Ronald Giphart en Margje Woodrow gevraagd om verhalen te schrijven die zich afspelen in de fictieve vikingwereld van de populaire game Assassin’s Creed Valhalla. En zo is er nog veel meer mogelijk, waarbij vooral de link met franchises als The Witcher en Game of Thrones voor de hand ligt.

De mogelijkheden zijn eindeloos – maar we kunnen het alleen samen doen.

En waarom is er tijdens de Spannende Boeken Weken geen plek ingeruimd voor SF en fantasy? Een door crowdfunding gefinancierde award of prijs zou ook de nodige aandacht kunnen genereren. Of wat te denken van een Top 10 van best verkochte SF- en fantasyboeken, samengesteld door boekhandels? Een promotiecampagne in samenwerking met bibliotheken, aangezien zij veel Nederlandse SF- en fantasyboeken inkopen? Een promotiegeschenk (zowel fysiek als digitaal) onder auspiciën van het CPNB? Een werkbeurs voor Nederlandse genreschrijvers? De mogelijkheden zijn eindeloos – maar we kunnen het alleen samen doen.

Opmerkingen? Vragen Laat gerust een reactie achter of stuur een mail.

Één reactie Voeg uw reactie toe

  1. booksometea schreef:

    Mijn professor op de uni zei al dat er een gevleugelde uitspraak is in de literatuurwetenschap: als de wereld vergaat, moet je naar Nederland, want daar gebeurt alles vijftig jaar later.

    Like

Plaats een reactie