Tolkien-fans kunnen hun hart ophalen met de op 30 augustus verschenen nieuwe roman The Fall of Gondolin (uitgegeven door Houghton Mifflin). Het verhaal speelt zich af vele millennia vóór de gebeurtenissen van The Hobbit en The Lord of the Rings.
J.R.R. Tolkien schreef het verhaal in 1917, toen hij herstelde van de verwondingen die hij had opgelopen bij de Slag aan de Somme. The Fall of Gondolin werd door Tolkien beschouwd als het eerste echte verhaal dat hij schreef over Midden-aarde.
De roman is nooit eerder verschenen. Pas in 1937 maakte de wereld kennis met de wereld van Midden-Aarde, toen The Hobbit het licht zag. In 1954 en 1955 werd deze roman gevolgd door de drie Lord of the Rings-delen.
The Fall of Gondolin vertelt de geschiedenis van Tuor, die opgroeit in een verlaten wereld die geregeerd wordt door de duistere en nietsontziende Morgoth, de mentor van Sauron. Tuor gaat op een queeste naar de verborgen elfenstad Gondolin, die zich heeft weten te onttrekken aan de heerschappij van Morgoth.
Tolkiens zoon Christopher heeft het boek gereconstrueerd aan de hand van verschillende nagelaten fragmenten en versies. Vorig jaar redigeerde en bewerkte hij overigens de nagelaten roman Beren en Lúthien, over de onsterfelijke elf Lúthien en haar geliefde Beren.
In het voorwoord van The Fall of Gondolin schrijft Christopher dat het oeuvre van zijn in 1973 overleden vader nu compleet is. Zelf is hij in ieder geval niet meer plan om nieuwe boeken te verzorgen. Niet zo heel vreemd, Christopher Tolkien is inmiddels 93 jaar oud.
Details over de vertaling zijn nog niet bekend; de kans is groot dat uitgeverij Boekerij het op de planning heeft staan voor dit najaar.