Ik heb Stephen King hoog zitten. Hij is wat mij betreft een van de grootste schrijvers van de 20ste eeuw, die ons net zoals Charles Dickens dat een eeuw eerder deed, een spiegel voorhoudt waarin al onze duistere tekortkomingen worden gereflecteerd.
Ik was dan ook erg nieuwsgierig naar Kings hervertelling van het bekende sprookje Hans en Grietje, waarvoor hij zich liet inspireren door de tekeningen die de kinderboekenauteur en -illustrator Maurice Sendak (1928-2012) ooit had gemaakt voor de uitvoering van een opera. Deze tekeningen waren kennelijk verloren waren geraakt – hoe het precies zit, blijft helaas onduidelijk.
Uitgeverij Van Goor bouwt in ieder geval de spanning op met een ronkende flaptekst: ‘Laat je meevoeren in misschien wel de meest gewaagde hervertelling van dit klassieke sprookje van de gebroeders Grimm tot nu toe. Maar pas op! Keer op tijd weer om of loop het risico nooit meer je weg naar buiten te vinden…’

King blijkt zich echter verrassend trouw aan het origineel te houden. Teleurstellend trouw, is misschien een betere omschrijving. We krijgen namelijk het bekende verhaal van Hans en Grietje voorgeschoteld. Geen ironische knipoog, geen hedendaagse setting, geen psychologische twist. De vader is een arme bezembinder, de stiefmoeder kil en hatelijk en het huisje van snoep angstaanjagend verleidelijk.
King blijkt zich echter verrassend trouw aan het origineel te houden.
Dat het peperkoekenhuisje in de versie van King een eigen leven leidt – en bijna een personage op zich wordt – is grappig en doet denken aan The Overlook Hotel uit The Shining (1977) of de demonische auto Christine uit de gelijknamige roman uit 1983.
“Voor mij was dit de essentie van het verhaal en in feite van alle sprookjes: een vrolijke buitenkant, een duister en gruwelijk midden, en dappere en vindingrijke kinderen. In zekere zin schrijf ik al een groot deel van mijn leven over kinderen als Hans en Grietje”, aldus King in zijn voorwoord.
Interessant gegeven, ware het niet dat Sendak dit daadwerkelijk op die manier heeft getekend en Stephen King het alleen maar hoefde in te vullen.

Sprookjes waren ooit horror. In de oerversies van Grimm of Perrault werden kinderen verminkt, verbrand en opgegeten – niet als moraal, maar als waarschuwing. King had de perfecte schrijver kunnen zijn om die oerkracht terug te brengen: het besef dat angst een opvoedkundig hulpmiddel is, een moreel kompas dat trilt bij elk kruimelspoor. Zijn Hans en Grietje leest als een liefdevolle reconstructie, niet als een dissectie.
Zijn Hans en Grietje leest als een liefdevolle reconstructie, niet als een dissectie.
Misschien is dat zijn punt. Misschien wil hij laten zien dat sommige verhalen onaantastbaar zijn. Dat het kwaad in sprookjes geen uitleg behoeft, geen psychologie. Maar eerlijk gezegd verwacht ik van Stephen King juist dat hij durft te duiden.
Aan het eind duwt Grietje de heks de oven in, vinden de kinderen een koffer met edelstenen onder het bed en heeft hun vader de boze stiefmoeder het huis uitgegooid. En ze leefden nog lang en gelukkig. Ik denk: jammer, had die oven iets heter gestookt. Laat de lezer even twijfelen of het echt de heks is die daar brandt. Want hoe zit het nu precies met die heks? Wil ze gewoon kinderen eten of aast ze op hun ‘stoom’, net zoals bijvoorbeeld Rose ‘De Hoed’ O’Hara in het Shining-vervolg ‘Dr. Sleep’ (2013)?
Ik denk: jammer, had die oven iets heter gestookt.
Hans en Grietje van Stephen King en Maurice Sendak is fraai uitgegeven, met een stofomslag, een mooie illustratie op de kaft en prachtige schutbladen, maar ik miste dat onbehaaglijke gevoel – het gevoel dat er, achter de laatste bladzijde, nog iets in het bos ritselt dat zich in de schaduwen schuilhoudt…
King, Stephen & Sendak, Maurice. Hans en Grietje. Vertaling door Annemarie Lodewijk. Utrecht: Van Goor, 2025. 48 blz. €16,99. Vanaf 6 jaar.
