Leesplezier

In een grijs verleden heb ik Nederlands gestudeerd en tijdens mijn studie kreeg ik een groot aantal boeken te verstouwen. Manmoedig werkte ik me wekelijks door de stapels Literatuur heen. Met een hoofdletter inderdaad, want het ging in de meeste gevallen om Boeken Die Iets Te Zeggen Hadden. Romans die moesten prikkelen en provoceren, nieuwe wegen insloegen en grote thema’s aansneden. Of die juist nergens over gingen – of alleen over seks (of het ontbreken daarvan).

Prima natuurlijk, ik wist waar ik aan was begonnen en je hoorde mij niet klagen. Alleen… soms veranderde het lezen in een plichtmatige bezigheid, een routinematig scannen van de pagina om te zien of er nog iets belangwekkends gebeurde (vaker niet dan wel overigens). Ik merkte het ook aan mijn medestudenten, die met steeds meer tegenzin de romans wegwerkten.

Gelukkig had ik een remedie: Stephen King. Als ik simpelweg weer de ‘magie’ en het plezier van het lezen wilde ervaren, trok ik een van zijn vele boeken uit de kast. Ik herinner me een avondlijk tramritje door Amsterdam waarbij ik tijdens het herlezen van The Shining met moeite mijn ogen losrukte van de pagina’s omdat het opeens wel heel erg stil en donker was geworden. Ik was beland op een verlaten rangeerterrein in een afgesloten tram en het duurde behoorlijk lang voordat ik iemands aandacht wist te trekken – nadat ik wel eerst mijn boek had uitgelezen natuurlijk.

Als ik simpelweg weer de ‘magie’ en het plezier van het lezen wilde ervaren, trok ik een van Kings vele boeken uit de kast.

Het begon allemaal toen ik een jaar of 12 was en op mijn vaders nachtkastje Kings ‘De Gloed’ (1987) zag liggen. De cover, met daarop een donkerharige vrouw met groene laserogen, intrigeerde me en ik begon te lezen – en kon niet meer stoppen. Ik had nog geen flauw benul van thema’s, vertelperspectieven, motieven en andere literaire begrippen – alleen het verhaal telde. En als er iemand een goede verhalenverteller is… De daaropvolgende jaren las ik fanatiek alles wat King publiceerde (‘De Gloed’ bleek bij lange na niet het beste boek in Kings oeuvre te zijn) en de titels die hij tipte in onder meer ‘Danse macabre’ en ‘Over leven en schrijven’.

Lezen is voor mij altijd een plezierige bezigheid geweest, maar zo langzamerhand begin ik tot de minderheid te behoren. Er worden minder boeken gelezen en de toekomst ziet er somber uit. Vooral jongeren lezen amper meer. Sterker nog, bijna een kwart van de vijftienjarigen leest zo slecht dat ze het risico lopen laaggeletterd de school te verlaten, zo bleek uit de nieuwste PISA-studie, een vergelijkend onderzoek onder 600.000 leerlingen uit 77 landen. En nergens is het leesplezier zo laag als in Nederland: bijna de helft van de vijftienjarigen vindt lezen tijdverspilling.

Lezen is voor mij altijd een plezierige bezigheid geweest, maar zo langzamerhand begin ik tot de minderheid te behoren.

Scholen, bibliotheken en instanties als de Raad voor Cultuur, de Onderwijsinspectie en zelfs de Sociaal-Economische Raad zetten alle zeilen bij om mensen aan het lezen te krijgen. Er worden campagnes en ‘leesoffensieven’ op poten gezet en schrijvers en hoogleraren benadrukken het belang van het lezen in ingezonden brieven en opiniestukken.

Zo schrijft Jacqueline Bel, hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Amsterdamse Vrije Universiteit, bijvoorbeeld in NRC: “Het belang van leesonderwijs, en dan doel ik op het lezen van literatuur, kan moeilijk worden overschat. […] Literatuur is een tijdmachine, een subliem medium dat ons in staat stelt de wereld door de ogen van andere mensen te zien, uit heden en verleden, uit eigen en andere culturen. Literatuur laat ons nadenken over ethische kwesties. Over daders en slachtoffers. Literatuur is een kunstvorm die ons in staat stelt om althans tijdelijk de condition humaine, het besef van wezenlijke eenzaamheid van de mens, op te heffen of te verzachten.”

Mooie woorden daar niet van, maar opvallend in haar betoog is dat Bel het specifiek heeft over het lezen van literatuur en daar nogal hoogdravende idealen aan koppelt. Dat lezen ook gewoon een aangenaam tijdverdrijf kan zijn, is blijkbaar geen optie. En zij is niet de enige die direct begint over de vormende en intellectuele uitdagingen van literatuur.

Er groeit nu een generatie op van wie een groot gedeelte niet leest en dus ook geen boeken zal kopen.

Natuurlijk, Lucinda Riley (auteur van de immens populaire Zeven zussen-serie) of Suzanne Collins (bekend van de Hongerspelen-serie) kun je niet vergelijken met bijvoorbeeld Griet op de Beeck, maar de twee eerstgenoemden zorgen er wel voor dat miljoenen mensen überhaupt nog een boek lezen.

Er groeit nu een generatie op van wie een groot gedeelte niet leest en dus ook geen boeken zal kopen. Geen probleem misschien voor auteurs die nu publiceren, maar voor wie schrijven zij over 20 of 25 jaar? En wat te denken van de schrijvers die nu sleutelen aan hun debuutroman? Of schrijvers die opereren aan de rafelranden van de ‘literatuur’?

Het lezen en waarderen van literatuur ontstaat niet zomaar. Het begint met leesplezier. Iedereen heeft een Stephen King nodig. Of een Thomas Olde Heuvelt. Een George R. Martin. Een Andrzej Sapkowski. Een Tais Teng. Of een… Het maakt niet uit. Vergeet het verheffende aspect (dat komt misschien later nog wel een keer), het enige dat telt is dat je de volgende bladzijde wilt omslaan.

Één reactie Voeg uw reactie toe

  1. booksometea schreef:

    He, wat bijzonder! Ook jij hebt ooit Nederlands gestudeerd (ik ook), en je hebt dezelfde ervaring als ik: er wordt van lezen iets heel elitairs gemaakt, en er is een enorm oordeel over mensen die geen ‘literatuur’ lezen (aka: mensen die niet willen lezen hoe iemand pagina’s lang voor zich uit zit te staren). Ik besteed hier op mijn blog ook regelmatig aandacht aan, van harte welkom om een keer te komen kijken en mee te praten!

    Like

Plaats een reactie